Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12
Er zijn 18 woorden beginnend met RONDRErondreden rondreed rondreis rondreisde rondreisden rondreisje rondreisjes rondreist rondreizen rondreizend rondreizende rondren rondrende rondrenden rondrennen rondrennend rondrennende rondrent 23 definities gevonden- rondreden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van rondrijden.
- rondreed — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van rondrijden.
- rondreis — n. Reis met bezoek aan verschillende plaatsen of personen. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondreizen.
- rondreisde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van rondreizen.
- rondreisden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van rondreizen.
- rondreisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rondreis.
- rondreisjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord rondreis.
- rondreist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondreizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondreizen.
- rondreizen — w. Inergatief naar vele plaatsen onderweg zijn. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rondreis.
- rondreizend — w. Onvoltooid deelwoord van rondreizen.
- rondreizende — w. Verbogen vorm van rondreizend, het onvoltooid deelwoord van rondreizen.
- rondren — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondrennen.
- rondrende — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van rondrennen.
- rondrenden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van rondrennen.
- rondrennen — w. In rondjes rennen. — w. Druk heen en weer rennen.
- rondrennend — w. Onvoltooid deelwoord van rondrennen.
- rondrennende — w. Verbogen vorm van rondrennend, het onvoltooid deelwoord van rondrennen.
- rondrent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondrennen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondrennen.
|