Lijst met woorden van 12 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Er zijn 23 woorden van twaalf letters beginnend met SLAAsla␣achteruit slaan␣terneer slaapbeentje slaapboekjes slaapdronken slaapkleedje slaapliedjes slaapmuisjes slaapmutsjes slaapmutskes slaapplekjes slaapplekken slaaprijtuig slaapstadjes slaapstanden slaapstertje slaaptreinen slaapuurtjes slaapvertrek slaapwandelt slaapziekten slaapziektes slaat␣terneer 29 definities gevonden- sla␣achteruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitslaan. — w. Gebiedende wijs van achteruitslaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- slaan␣terneer — w. Meervoud tegenwoordige tijd van terneerslaan.
- slaapbeentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord slaapbeen.
- slaapboekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapboek.
- slaapdronken — bijv. Nog niet helemaal helder wakker.
- slaapkleedje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord slaapkleed.
- slaapliedjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord slaaplied.
- slaapmuisjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapmuis.
- slaapmutsjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapmuts.
- slaapmutskes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapmutske.
- slaapplekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapplek.
- slaapplekken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapplek.
- slaaprijtuig — n. Slaapwagen.
- slaapstadjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapstad.
- slaapstanden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapstand.
- slaapstertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord slaapster.
- slaaptreinen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaaptrein.
- slaapuurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapuur.
- slaapvertrek — n. Vertrek waarin men kan slapen.
- slaapwandelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slaapwandelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slaapwandelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van slaapwandelen.
- slaapziekten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapziekte.
- slaapziektes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapziekte.
- slaat␣terneer — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terneerslaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terneerslaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van terneerslaan.
|