Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 13 15 16 18
Er zijn 25 woorden beginnend met SHOCshock shockbehandeling shockbehandelingen shockeer shockeerde shockeerden shockeert shocken shockend shockende shockeren shockerend shockerende shocking shockje shockjes shockproof shocks shockt shockte shockten shocktherapie shocktherapieën shocktoestand shocktoestanden 37 definities gevonden- shock — n. (Medisch) een toestand die ontstaat door acute te geringe bloedtoevoer… — n. Heftige emotie. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shocken.
- shockbehandeling — n. (Economie) het plotseling stoppen van overheidsingrijpen in… — n. (Medisch) electroconvulsietherapie een behandeling waarbij…
- shockbehandelingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord shockbehandeling.
- shockeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shockeren. — w. Gebiedende wijs van shockeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shockeren.
- shockeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van shockeren.
- shockeerden — w. Meervoud verleden tijd van shockeren.
- shockeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shockeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shockeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van shockeren.
- shocken — w. (Medisch) (informeel) geven van een elektroshocktherapie. — w. (Medisch) (informeel) geven van een elektrische schok bij hartritmestoornissen… — w. Mensen laten schrikken door sociaal onaangepast gedrag; aanstoot geven.
- shockend — w. Onvoltooid deelwoord van shocken.
- shockende — w. Verbogen vorm van shockend, het onvoltooid deelwoord van shocken.
- shockeren — w. Overgankelijk een emotionele schok bij iemand veroorzaken.
- shockerend — bijv. Schokkend. — w. Onvoltooid deelwoord van shockeren.
- shockerende — w. Verbogen vorm van shockerend, het onvoltooid deelwoord van shockeren.
- shocking — bijv. Van een bepaalde gebeurtenis dat je er boos en verbaasd over bent.
- shockje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord shock.
- shockjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord shock.
- shockproof — bijv. Bestand tegen schokken.
- shocks — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord shock.
- shockt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shocken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shocken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van shocken.
- shockte — w. Enkelvoud verleden tijd van shocken.
- shockten — w. Meervoud verleden tijd van shocken.
- shocktherapie — n. (Medisch) is een behandeling van patiënten waarbij door middel…
- shocktherapieën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord shocktherapie.
- shocktoestand — n. (Medisch) het in een shock te verkeren.
- shocktoestanden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord shocktoestand.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 115 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 8 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: 43 woorden
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|