|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 24 woorden beginnend met SLENslenk —— slenken slenter —— slendang slentert —— slendangs slenterde slenteren slenterig —— slenter␣aan slenteraar slenterden slenterend —— slenteraars slenterende slenter␣rond slentert␣aan —— slenterde␣aan slenteren␣aan slentert␣rond —— slenterden␣aan slenterde␣rond slenteren␣rond —— slenterden␣rond 42 definities gevonden- slenk — n. Greppel of slootje. — n. Een gedaald stuk aardkorst tussen twee verticale breukvlakken. — n. Een geul of rivierbedding waar eb- en vloedwater doorheen stroomt…
- slenken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slenk.
- slenter — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slenteren. — w. Gebiedende wijs van slenteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slenteren.
- slendang — n. (Kleding) langwerpige doek van ca. 2,5 bij 1 m, smal opgevouwen…
- slentert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slenteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slenteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van slenteren.
- slendangs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slendang.
- slenterde — w. Enkelvoud verleden tijd van slenteren.
- slenteren — w. Ergatief langzaam, lusteloos ergens heen lopen. — w. Inergatief langzaam, lusteloos lopen.
- slenterig — bijv. Haveloos. — bijv. Onverschillig en langzaam zoals past bij een slenteraar. — bijv. Slap.
- slenter␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanslenteren. — w. Gebiedende wijs van aanslenteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanslenteren.
- slenteraar — n. Iemand die langzaam, sloffend loopt. — n. (Figuurlijk) iemand die heel langzaam is.
- slenterden — w. Meervoud verleden tijd van slenteren.
- slenterend — w. Onvoltooid deelwoord van slenteren.
- slenteraars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slenteraar.
- slenterende — w. Verbogen vorm van slenterend, het onvoltooid deelwoord van slenteren.
- slenter␣rond — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondslenteren. — w. Gebiedende wijs van rondslenteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondslenteren.
- slentert␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanslenteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanslenteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanslenteren.
- slenterde␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanslenteren.
- slenteren␣aan — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aanslenteren.
- slentert␣rond — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondslenteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondslenteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van rondslenteren.
- slenterden␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanslenteren.
- slenterde␣rond — w. Enkelvoud verleden tijd van rondslenteren.
- slenteren␣rond — w. Meervoud tegenwoordige tijd van rondslenteren.
- slenterden␣rond — w. Meervoud verleden tijd van rondslenteren.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 45 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 2 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: 42 woorden
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |