Lijst met woorden van 10 letters beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van tien letters beginnend met STROOMstroombron stroomde␣af stroomde␣in stroomde␣op stroom␣door stroomflux stroom␣leeg stroomlijn stroomloos stroom␣neer stroomnimf stroom␣over stroompjes stroomt␣aan stroomt␣toe stroomt␣uit stroomt␣vol stroomt␣weg 38 definities gevonden- stroombron — n. (Elektrotechniek) een ideale stroombron levert een stroom waarvan…
- stroomde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afstromen.
- stroomde␣in — w. Enkelvoud verleden tijd van instromen.
- stroomde␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opstromen.
- stroom␣door — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorstromen. — w. Gebiedende wijs van doorstromen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorstromen.
- stroomflux — n. (Elektrotechniek) stroomdichtheid.
- stroom␣leeg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegstromen. — w. Gebiedende wijs van leegstromen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegstromen.
- stroomlijn — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroomlijnen. — w. Gebiedende wijs van stroomlijnen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroomlijnen.
- stroomloos — bijv. Zonder (elektrische)stroom.
- stroom␣neer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerstromen. — w. Gebiedende wijs van neerstromen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerstromen.
- stroomnimf — n. Nimf die in de buurt van stroompjes vertoeft, waternimf.
- stroom␣over — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstromen. — w. Gebiedende wijs van overstromen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstromen.
- stroompjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord stroom.
- stroomt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstromen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstromen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanstromen.
- stroomt␣toe — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toestromen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toestromen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van toestromen.
- stroomt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstromen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstromen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstromen.
- stroomt␣vol — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstromen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstromen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van volstromen.
- stroomt␣weg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegstromen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegstromen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegstromen.
|