Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 25 woorden beginnend met SPREIDspreid spreidde spreidden spreidden␣tentoon spreidden␣uit spreidde␣tentoon spreidde␣uit spreiden spreidend spreidende spreiden␣tentoon spreiden␣uit spreiding spreidingen spreidstand spreidstanden spreidstandje spreidstandjes spreidt spreid␣tentoon spreidt␣tentoon spreidt␣uit spreid␣uit spreidzit spreidzitten 39 definities gevonden- spreid — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spreiden. — w. Gebiedende wijs van spreiden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spreiden.
- spreidde — w. Enkelvoud verleden tijd van spreiden.
- spreidden — w. Meervoud verleden tijd van spreiden.
- spreidden␣tentoon — w. Meervoud verleden tijd van tentoonspreiden.
- spreidden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitspreiden.
- spreidde␣tentoon — w. Enkelvoud verleden tijd van tentoonspreiden.
- spreidde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitspreiden.
- spreiden — w. Overgankelijk wijd uiteendoen.
- spreidend — w. Onvoltooid deelwoord van spreiden.
- spreidende — w. Verbogen vorm van spreidend, het onvoltooid deelwoord van spreiden.
- spreiden␣tentoon — w. Meervoud tegenwoordige tijd van tentoonspreiden.
- spreiden␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitspreiden.
- spreiding — n. Gelijkmatige verdeling.
- spreidingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spreiding.
- spreidstand — n. Stand waarbij de benen ver uit elkaar staan. — n. (Figuurlijk) moeilijke positie in een discussie waarbij je…
- spreidstanden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spreidstand.
- spreidstandje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spreidstand.
- spreidstandjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spreidstand.
- spreidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spreiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spreiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van spreiden.
- spreid␣tentoon — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tentoonspreiden. — w. Gebiedende wijs van tentoonspreiden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- spreidt␣tentoon — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tentoonspreiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tentoonspreiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tentoonspreiden.
- spreidt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspreiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspreiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitspreiden.
- spreid␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspreiden. — w. Gebiedende wijs van uitspreiden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspreiden.
- spreidzit — n. Zitten met de benen ver uiteen. — n. (Figuurlijk) situatie waarbij men tegenstellingen tot één geheel…
- spreidzitten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spreidzit.
|