Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 11 13 14 16 17 18 19
Er zijn 23 woorden beginnend met STERFTsterft sterft␣aan sterft␣af sterftaks sterftaksen sterfte sterftecijfer sterftecijfers sterftecijfertje sterftecijfertjes sterften sterfteoverschot sterfteoverschotje sterfteoverschotjes sterfteoverschotten sterftepiek sterftepieken sterftepiekje sterftepiekjes sterftes sterftijd sterft␣uit sterft␣weg 33 definities gevonden- sterft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sterven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sterven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van sterven.
- sterft␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansterven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansterven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aansterven.
- sterft␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsterven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsterven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afsterven.
- sterftaks — n. Belasting op geërfd vermogen, erfbelasting.
- sterftaksen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sterftaks.
- sterfte — n. Het aantal sterfgevallen in een bepaalde tijd of in bepaalde omstandigheden.
- sterftecijfer — n. (Demografie) een getal dat aangeeft hoeveel sterfgevallen er…
- sterftecijfers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sterftecijfer.
- sterftecijfertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sterftecijfer.
- sterftecijfertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sterftecijfer.
- sterften — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sterfte.
- sterfteoverschot — n. (Demografie) het verschijnsel dat in een gebied in een bepaalde…
- sterfteoverschotje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sterfteoverschot.
- sterfteoverschotjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sterfteoverschot.
- sterfteoverschotten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sterfteoverschot.
- sterftepiek — n. (Medisch) een kortstondige sterke toename van sterftegevallen.
- sterftepieken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sterftepiek.
- sterftepiekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sterftepiek.
- sterftepiekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sterftepiek.
- sterftes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sterfte.
- sterftijd — n. Datum van iemands overlijden.
- sterft␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsterven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsterven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitsterven.
- sterft␣weg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsterven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsterven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegsterven.
|