Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de achtste letter te kiezen
Klik om de zevende letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 23 woorden beginnend met SAMENSTsamenstel —— samenstelt —— samenstelde samenstroom —— samenstelden samenstellen samensteller samenstromen samenstroomt —— samenstellend samenstellers samenstelling samenstromend samenstroomde —— samenstellende samenstelletje samenstroomden —— samenstellertje samenstelletjes samenstellingen samenstellinkje —— samenstellertjes samenstellinkjes 29 definities gevonden- samenstel — n. Uit delen gevormd geheel. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstellen.
- samenstelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstellen.
- samenstelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van samenstellen.
- samenstroom — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstromen.
- samenstelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van samenstellen.
- samenstellen — w. Overgankelijk meerdere uitgekozen zaken tot een geheel maken. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord samenstel.
- samensteller — n. (Beroep) iemand die iets samen stelt.
- samenstromen — w. Ergatief in groten getale bijeenkomen.
- samenstroomt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstromen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstromen.
- samenstellend — w. Onvoltooid deelwoord van samenstellen. — bijv. Een deel uitmaken van en een bijdrage leveren aan een groter geheel.
- samenstellers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord samensteller.
- samenstelling — n. De onderdelen waaruit iets bestaat. — n. (Taalkunde) een woord dat gevormd is door twee of meer onafhankelijke…
- samenstromend — w. Onvoltooid deelwoord van samenstromen.
- samenstroomde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van samenstromen.
- samenstellende — w. Verbogen vorm van samenstellend, het onvoltooid deelwoord van samenstellen.
- samenstelletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord samenstel.
- samenstroomden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van samenstromen.
- samenstellertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord samensteller.
- samenstelletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord samenstel.
- samenstellingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord samenstelling.
- samenstellinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord samenstelling.
- samenstellertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord samensteller.
- samenstellinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord samenstelling.
|