Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de achtste letter te kiezen
Klik om de zevende letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 19 woorden beginnend met STIPPELstippel stippelde stippelden stippelden␣uit stippelde␣uit stippelen stippelend stippelende stippelen␣uit stippellijn stippellijnen stippellijntje stippellijntjes stippels stippelt stippeltje stippeltjes stippelt␣uit stippel␣uit 27 definities gevonden- stippel — n. Puntvormig of rond merkteken. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stippelen. — w. Gebiedende wijs van stippelen.
- stippelde — w. Enkelvoud verleden tijd van stippelen.
- stippelden — w. Meervoud verleden tijd van stippelen.
- stippelden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitstippelen.
- stippelde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitstippelen.
- stippelen — w. Overgankelijk van een reeks punten of vlekken voorzien.
- stippelend — w. Onvoltooid deelwoord van stippelen.
- stippelende — w. Verbogen vorm van stippelend, het onvoltooid deelwoord van stippelen.
- stippelen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitstippelen.
- stippellijn — n. Een lijn, weergegeven door stippen met min of meer regelmatige…
- stippellijnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stippellijn.
- stippellijntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stippellijn.
- stippellijntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord stippellijn.
- stippels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stippel.
- stippelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stippelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stippelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stippelen.
- stippeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stippel.
- stippeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord stippel.
- stippelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstippelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstippelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstippelen.
- stippel␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstippelen. — w. Gebiedende wijs van uitstippelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstippelen.
|