Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 23 woorden beginnend met TUITtuit tuitelig tuiten tuitend tuitfles tuitflesje tuitflesjes tuitflessen tuitje tuitjes tuitkan tuitkannen tuitkannetje tuitkannetjes tuitouw tuitouwen tuitpot tuitpotje tuitpotjes tuitpotten tuitte tuitten tuitvormig 28 definities gevonden- tuit — n. Schenkpijp aan een kan of ketel. — n. Spits toelopend einde. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tuien.
- tuitelig — bijv. Onzeker.
- tuiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tuit.
- tuitend — w. Onvoltooid deelwoord van tuiten.
- tuitfles — n. Een hoge beker of fles met een deksel met een tuitje waaruit…
- tuitflesje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tuitfles.
- tuitflesjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tuitfles.
- tuitflessen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tuitfles.
- tuitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tuit#verkleinwoord…
- tuitjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tuit#verkleinwoord…
- tuitkan — n. Kan met een uitstulping aan de bovenrand om het schenken te vergemakkelijken. — n. Kan met een pijpje aan de zijkant om het schenken te vergemakkelijken.
- tuitkannen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tuitkan.
- tuitkannetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tuitkan.
- tuitkannetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tuitkan.
- tuitouw — n. (Scheepvaart) touw dat men gebruikt voor het boeganker. — n. (Molenaarsambacht) touw waarmee men de wieken van vastzetten.
- tuitouwen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tuitouw.
- tuitpot — n. Een pot van aardewerk met een tuit. — n. Lieve tuitpot!: verwensing uit het Gronings.
- tuitpotje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tuitpot.
- tuitpotjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tuitpot.
- tuitpotten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tuitpot.
- tuitte — w. Enkelvoud verleden tijd van tuiten.
- tuitten — w. Meervoud verleden tijd van tuiten.
- tuitvormig — bijv. Vorm van een tuit hebbend.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 10 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 4 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: 64 woorden
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: 10 woorden
|