|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 21 woorden beginnend met TINTEtintel tintelde tintelden tintelen tintelend tintelende tintelfris tintelig tinteling tintelingen tintelogen tintelogend tintelogende tinteloog tinteloogde tinteloogden tinteloogt tintelt tinten tintend tintende 33 definities gevonden- tintel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tintelen. — w. Gebiedende wijs van tintelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tintelen.
- tintelde — w. Enkelvoud verleden tijd van tintelen.
- tintelden — w. Meervoud verleden tijd van tintelen.
- tintelen — w. Prikkelen.
- tintelend — w. Onvoltooid deelwoord van tintelen. — bijv. Gepaard gaande met tintelingen.
- tintelende — w. Verbogen vorm van tintelend, het onvoltooid deelwoord van tintelen.
- tintelfris — bijv. Zo fris dat het tintelt.
- tintelig — bijv. Een tintelend gevoel gevend.
- tinteling — n. (Medisch) een kortdurend prikkelend gevoel. — n. Een flikkering van licht.
- tintelingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tinteling.
- tintelogen — w. Twinkelen, schitteren, glinsteren, blinken van de ogen.
- tintelogend — w. Onvoltooid deelwoord van tintelogen.
- tintelogende — w. Verbogen vorm van tintelogend, het onvoltooid deelwoord van tintelogen.
- tinteloog — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tintelogen. — w. Gebiedende wijs van tintelogen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tintelogen.
- tinteloogde — w. Enkelvoud verleden tijd van tintelogen.
- tinteloogden — w. Meervoud verleden tijd van tintelogen.
- tinteloogt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tintelogen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tintelogen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tintelogen.
- tintelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tintelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tintelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tintelen.
- tinten — w. Overgankelijk lichtjes van een kleur voorzien. — w. Overgankelijk (figuurlijk) een ideologische invalshoek bezorgen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tint.
- tintend — w. Onvoltooid deelwoord van tinten.
- tintende — w. Verbogen vorm van tintend, het onvoltooid deelwoord van tinten.
Zie deze lijst voor:
| |