Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Er zijn 24 woorden beginnend met TAALGEtaalgebied taalgebieden taalgebiedje taalgebiedjes taalgebonden taalgebruik taalgebruiken taalgebruiker taalgebruikers taalgebruikje taalgebruikjes taalgedrag taalgeleerde taalgeleerden taalgemeenschap taalgemeenschappen taalgeschiedenis taalgeschiedenisje taalgeschiedenisjes taalgeschiedenissen taalgevoel taalgevoelig taalgevoeligheden taalgevoeligheid 28 definities gevonden- taalgebied — n. Een gebied waar een bepaalde taal gesproken wordt. — n. Een geheel van zaken die op taal betrekking hebben.
- taalgebieden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgebied.
- taalgebiedje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord taalgebied.
- taalgebiedjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgebied.
- taalgebonden — bijv. Van iets dat het een noodzakelijk verband heeft met taal. — bijv. Van iets dat het een noodzakelijk verband heeft met één specifieke taal.
- taalgebruik — n. De manier waarop een taal wordt gebruikt b.v. vulgair, informeel…
- taalgebruiken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgebruik.
- taalgebruiker — n. Iemand die in een bepaalde taal schrijft en spreekt.
- taalgebruikers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgebruiker.
- taalgebruikje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord taalgebruik.
- taalgebruikjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgebruik.
- taalgedrag — n. Het gebruikmaken van taal.
- taalgeleerde — n. (Beroep) wetenschapper die een taal bestudeert.
- taalgeleerden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgeleerde.
- taalgemeenschap — n. Een grote samenlevende groep die dezelfde taal gebruikt.
- taalgemeenschappen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgemeenschap.
- taalgeschiedenis — n. De geschiedenis van de talen.
- taalgeschiedenisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord taalgeschiedenis.
- taalgeschiedenisjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgeschiedenis.
- taalgeschiedenissen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgeschiedenis.
- taalgevoel — n. Het vermogen om het juiste gebruik van een taal aan te voelen.
- taalgevoelig — bijv. Van een persoon dat deze makkelijk een taal kan aanleren. — bijv. Van een persoon dat deze zeer snel taalfouten herkent.
- taalgevoeligheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgevoeligheid.
- taalgevoeligheid — n. De mate waarin iemand in staat is een nieuwe taal te leren. — n. Het talent om heel precies de nuances binnen een tekst te kunnen aanvoelen.
|