Lijst met woorden van 7 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van zeven letters beginnend met UITVuitvaag uitvaar uitvalt uitvang uitveeg uitvent uitviel uitvier uitvind uitving uitvist uitvlak uitvoeg uitvoer uitvond uitvors uitvouw uitvrat uitvult 26 definities gevonden- uitvaag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvagen.
- uitvaar — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaren.
- uitvalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvallen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvallen.
- uitvang — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvangen.
- uitveeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvegen.
- uitvent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitventen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitventen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitventen.
- uitviel — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitvallen.
- uitvier — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvieren.
- uitvind — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvinden.
- uitving — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitvangen.
- uitvist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvissen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvissen.
- uitvlak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvlakken.
- uitvoeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvoegen.
- uitvoer — n. (Economie) de verkoop van goederen aan het buitenland. — n. Het verwerkelijken van iets. — n. (Informatica) naar buiten gebrachte informatie vanuit een applicatie.
- uitvond — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitvinden.
- uitvors — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvorsen.
- uitvouw — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvouwen.
- uitvrat — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitvreten.
- uitvult — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvullen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvullen.
|