Lijst met woorden van 9 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 19 21
Er zijn 16 woorden van negen letters beginnend met UITTuitteerde uittekent uittelden uittellen uitterend uittesten uittestte uittikken uittikten uittorent uittraden uittrapte uittreden uittreedt uittypend uittypten 24 definities gevonden- uitteerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitteren.
- uittekent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittekenen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittekenen.
- uittelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uittellen.
- uittellen — w. Al tellend betalen. — w. Precies bepalen wat de hoeveelheid is. — w. (Sport) tellen hoelang een bokser op de grond blijft liggen…
- uitterend — w. Onvoltooid deelwoord van uitteren.
- uittesten — w. Overgankelijk bezien hoe iets onder verschillende omstandigheden…
- uittestte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uittesten.
- uittikken — w. Iets met behulp van een toetsenbord overtypen.
- uittikten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uittikken.
- uittorent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittorenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittorenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uittorenen.
- uittraden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uittreden.
- uittrapte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uittrappen.
- uittreden — w. Ergatief een -met name religieuze- gemeenschap voorgoed verlaten. — w. Ergatief niet langer deelnemen aan een vennootschap. — w. Ergatief zich terugtrekken uit de arbeidsmarkt.
- uittreedt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittreden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittreden.
- uittypend — w. Onvoltooid deelwoord van uittypen.
- uittypten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uittypen.
|