|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11
Er zijn 23 woorden beginnend met UITDIuitdien uitdiende uitdienden uitdienen uitdienend uitdienende uitdient uitdiep uitdiepen uitdiepend uitdiepende uitdiept uitdiepte uitdiepten uitdij uitdijde uitdijden uitdijen uitdijend uitdijende uitdijing uitdijingen uitdijt 30 definities gevonden- uitdien — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdienen.
- uitdiende — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitdienen.
- uitdienden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitdienen.
- uitdienen — w. Bij een arbeidscontract voor bepaalde tijd: tot het einde van…
- uitdienend — w. Onvoltooid deelwoord van uitdienen.
- uitdienende — w. Verbogen vorm van uitdienend, het onvoltooid deelwoord van uitdienen.
- uitdient — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdienen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdienen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdienen.
- uitdiep — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdiepen.
- uitdiepen — w. Overgankelijk dieper maken. — w. (Figuurlijk) overgankelijk grondig onderzoeken.
- uitdiepend — w. Onvoltooid deelwoord van uitdiepen.
- uitdiepende — w. Verbogen vorm van uitdiepend, het onvoltooid deelwoord van uitdiepen.
- uitdiept — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdiepen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdiepen.
- uitdiepte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitdiepen.
- uitdiepten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitdiepen.
- uitdij — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdijen.
- uitdijde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitdijen.
- uitdijden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitdijen.
- uitdijen — w. Ergatief meer of groter worden, toenemen. — w. Ergatief in omvang toenemen, aangroeien. — w. Ergatief dikker worden, opzwellen.
- uitdijend — w. Onvoltooid deelwoord van uitdijen.
- uitdijende — w. Verbogen vorm van uitdijend, het onvoltooid deelwoord van uitdijen.
- uitdijing — n. Het groter worden in lengte en of breedte.
- uitdijingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitdijing.
- uitdijt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdijen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdijen.
| |