Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 20 woorden beginnend met UITPLuitplant uitploos uitpluis —— uitplozen uitpluist —— uitplanten uitplantte uitpluizen uitplunder —— uitplantend uitplantten uitpluizend uitplundert —— uitplantende uitpluizende uitplunderde uitplunderen —— uitplunderden uitplunderend —— uitplunderende 25 definities gevonden- uitplant — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplanten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplanten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplanten.
- uitploos — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitpluizen.
- uitpluis — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen.
- uitplozen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitpluizen.
- uitpluist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen.
- uitplanten — w. Overgankelijk (tuinieren) zaailingen in vollere grond planten.
- uitplantte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitplanten.
- uitpluizen — w. Overgankelijk iets dat niet duidelijk is tot in detail uitzoeken.
- uitplunder — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplunderen.
- uitplantend — w. Onvoltooid deelwoord van uitplanten.
- uitplantten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitplanten.
- uitpluizend — w. Onvoltooid deelwoord van uitpluizen.
- uitplundert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplunderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplunderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitplunderen.
- uitplantende — w. Verbogen vorm van uitplantend, het onvoltooid deelwoord van uitplanten.
- uitpluizende — w. Verbogen vorm van uitpluizend, het onvoltooid deelwoord van uitpluizen.
- uitplunderde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitplunderen.
- uitplunderen — w. Door roof alles wegnemen.
- uitplunderden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitplunderen.
- uitplunderend — w. Onvoltooid deelwoord van uitplunderen.
- uitplunderende — w. Verbogen vorm van uitplunderend, het onvoltooid deelwoord van uitplunderen.
|