Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 22 woorden beginnend met UITRAuitraas —— uitraast uitrafel uitrazen —— uitraakte uitraasde uitrafelt uitrazend —— uitraasden uitrafelde uitrafelen uitrangeer uitrazende —— uitrafelden uitrafelend uitrangeert uitrangeren —— uitrafelende uitrangeerde uitrangerend —— uitrangeerden uitrangerende 26 definities gevonden- uitraas — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrazen.
- uitraast — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrazen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrazen.
- uitrafel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen.
- uitrazen — w. Iemand al de woede die in hem of haar is laten uiten zodat…
- uitraakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitraken.
- uitraasde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitrazen.
- uitrafelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen.
- uitrazend — w. Onvoltooid deelwoord van uitrazen.
- uitraasden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitrazen.
- uitrafelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitrafelen.
- uitrafelen — w. Vanaf de randen van een weefsel uit elkaar halen. — w. (Figuurlijk) vanaf de randen uit elkaar vallen.
- uitrangeer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrangeren.
- uitrazende — w. Verbogen vorm van uitrazend, het onvoltooid deelwoord van uitrazen.
- uitrafelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitrafelen.
- uitrafelend — w. Onvoltooid deelwoord van uitrafelen.
- uitrangeert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrangeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrangeren.
- uitrangeren — w. Buiten werking stellen / ontslaan uit een ambt.
- uitrafelende — w. Verbogen vorm van uitrafelend, het onvoltooid deelwoord van uitrafelen.
- uitrangeerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitrangeren.
- uitrangerend — w. Onvoltooid deelwoord van uitrangeren.
- uitrangeerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitrangeren.
- uitrangerende — w. Verbogen vorm van uitrangerend, het onvoltooid deelwoord van uitrangeren.
|