|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 16 woorden beginnend met UITBLIuitblies uitbliezen uitblijf uitblijft uitblijven uitblijvend uitblijvende uitblink uitblinken uitblinkend uitblinkende uitblinker uitblinkers uitblinkertje uitblinkertjes uitblinkt 19 definities gevonden- uitblies — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitblazen.
- uitbliezen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitblazen.
- uitblijf — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblijven.
- uitblijft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblijven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblijven.
- uitblijven — w. Ergatief ondanks alle verwachting niet optreden.
- uitblijvend — w. Onvoltooid deelwoord van uitblijven.
- uitblijvende — w. Verbogen vorm van uitblijvend, het onvoltooid deelwoord van uitblijven.
- uitblink — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblinken.
- uitblinken — w. Inergatief ~ in uitzonderljk goed presteren.
- uitblinkend — w. Onvoltooid deelwoord van uitblinken.
- uitblinkende — w. Verbogen vorm van uitblinkend, het onvoltooid deelwoord van uitblinken.
- uitblinker — n. (Sport) (onderwijs) iemand of iets de heel erg goed is, iemand… — n. Kanjer, topper, ster.
- uitblinkers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitblinker.
- uitblinkertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitblinker.
- uitblinkertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord uitblinker.
- uitblinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblinken.
| |