|
Lijst met woorden van 7 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 20 21
Er zijn 22 woorden van zeven letters beginnend met VORvordert vorkjes vormbak vormden vormeis vormend vormers vormgaf -vormige vorming vormpje vormsel vormt␣af vormt␣om vorsend vorsers vorsten vorstig vorstin vorstje vorst␣na vors␣uit 38 definities gevonden- vordert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vorderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vorderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vorderen.
- vorkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vork.
- vormbak — n. Mal voor het maken van bakstenen.
- vormden — w. Meervoud verleden tijd van vormen.
- vormeis — n. (Sport) de limiet die is gesteld qua vormbehoud om mee te mogen… — n. Richtlijn qua uiterlijke verschijning.
- vormend — w. Onvoltooid deelwoord van vormen. — bijv. Bezig met iets te maken. — bijv. Van iets dat het belangrijk is voor de ontwikkeling van iemand.
- vormers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vormer.
- vormgaf — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vormgeven.
- -vormige — Een bepaalde vorm hebbend.
- vorming — n. Het ontstaan, het ontwikkelen, het maken. — n. (Onderwijs) het onderwijs, het aanleren.
- vormpje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vorm.
- vormsel — n. (Religie) (christendom) sacrament waardoor een gedoopte de…
- vormt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvormen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvormen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvormen.
- vormt␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omvormen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omvormen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omvormen.
- vorsend — w. Onvoltooid deelwoord van vorsen. — bijv. Bezig met iets te onderzoeken.
- vorsers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vorser.
- vorsten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vorst. — w. Meervoud verleden tijd van vorsen.
- vorstig — bijv. Van het weer dat het koud en vriezend is.
- vorstin — n. Een vrouwelijke vorst.
- vorstje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vorst.
- vorst␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van navorsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van navorsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van navorsen.
- vors␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvorsen. — w. Gebiedende wijs van uitvorsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvorsen.
Zie deze lijst voor:
| |