Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden van 8 letters beginnend met

Snelle modus

Klik om de vijfde letter te kiezen

Klik om de vierde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat456789101112131415161719


Er zijn 17 woorden van acht letters beginnend met VAAR

vaarboomvaardersvaardigtvaar␣doorvaargeulvaar␣overvaar␣rondvaarsjesvaart␣aanvaartijdvaartjesvaart␣meevaartuigvaart␣uitvaart␣wegvaart␣welvaar␣weer

40 definities gevonden

  • vaarboom — n. Lange stok of paal waarmee men een schip vooruit kan bewegen…
  • vaarders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vaarder.
  • vaardigt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaardigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaardigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vaardigen.
  • vaar␣door — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvaren. — w. Gebiedende wijs van doorvaren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvaren.
  • vaargeul — n. Een relatief smalle strook in een groter water die geschikt is om te bevaren. — n. Een strook bevaarbaar water tussen twee zandbanken.
  • vaar␣over — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overvaren. — w. Gebiedende wijs van overvaren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overvaren.
  • vaar␣rond — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondvaren. — w. Gebiedende wijs van rondvaren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondvaren.
  • vaarsjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vaars.
  • vaart␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvaren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvaren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanvaren.
  • vaartijd — n. Het tijdstip dat een schip vertrekt. — n. De duur die men nodig heeft voor het varen. — n. De periode van de dag dat men vaart.
  • vaartjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vaart.
  • vaart␣mee — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meevaren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meevaren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van meevaren.
  • vaartuig — n. Een vervoermiddel in principe voor vervoer over wateroppervlakten…
  • vaart␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvaren.
  • vaart␣weg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvaren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvaren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegvaren.
  • vaart␣wel — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van welvaren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van welvaren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van welvaren.
  • vaar␣weer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weervaren. — w. Gebiedende wijs van weervaren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weervaren.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.