Lijst met woorden van 12 letters beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Er zijn 22 woorden van twaalf letters beginnend met VOORUvooruitblikt vooruitdacht vooruitdenkt vooruitgaand vooruithelpt vooruithielp vooruitkeken vooruitkijkt vooruitkomen vooruitloopt vooruitlopen vooruitreden vooruitrijdt vooruitsnelt vooruitspoel vooruitsteek vooruitwerpt vooruitwierp vooruitzagen vooruitzette vooruitzicht vooruitziend 34 definities gevonden- vooruitblikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- vooruitdacht — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vooruitdenken.
- vooruitdenkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitdenken.
- vooruitgaand — w. Onvoltooid deelwoord van vooruitgaan.
- vooruithelpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruithelpen.
- vooruithielp — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vooruithelpen.
- vooruitkeken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van vooruitkijken.
- vooruitkijkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitkijken.
- vooruitkomen — w. Ergatief vorderingen maken op weg naar iets. — w. Een betere positie krijgen.
- vooruitloopt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitlopen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitlopen.
- vooruitlopen — w. Inergatief anticiperen op. — w. Ergatief vooruitgaan, eerder dan anderen op weg gaan.
- vooruitreden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van vooruitrijden.
- vooruitrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitrijden.
- vooruitsnelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- vooruitspoel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- vooruitsteek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- vooruitwerpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitwerpen.
- vooruitwierp — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vooruitwerpen.
- vooruitzagen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van vooruitzien.
- vooruitzette — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vooruitzetten. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs…
- vooruitzicht — n. Datgene wat men redelijkerwijs te verwachten heeft in de naaste toekomst.
- vooruitziend — w. Onvoltooid deelwoord van vooruitzien. — bijv. Rekening houdend met de toekomst.
|