Lijst met woorden van 8 letters beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van acht letters beginnend met VOORTvoortaan voortand voortdoe voortduw voortelt voortent voorthol voortijl voortjes voortkom voortouw voortrad voortrek voortrij voortrok voortrol voortuin voortzeg voortzei voortzet 24 definities gevonden- voortaan — bijw. Van nu af aan, in het vervolg.
- voortand — n. Snijtand.
- voortdoe — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortdoen.
- voortduw — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortduwen.
- voortelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortellen.
- voortent — n. Een gedeelte van een tent dat voor de rest van de tent staat… — n. Een tent die voor een caravan staat woorin niet geslapen wordt.
- voorthol — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorthollen.
- voortijl — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortijlen.
- voortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord voor.
- voortkom — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortkomen.
- voortouw — n. Het ~ nemen een leidende rol op zich nemen.
- voortrad — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voortreden.
- voortrek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrekken.
- voortrij — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrijden.
- voortrok — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voortrekken.
- voortrol — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrollen.
- voortuin — n. Een tuin aan de voorzijde van een huis.
- voortzeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzeggen.
- voortzei — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voortzeggen.
- voortzet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten.
|