Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 24 woorden beginnend met VISITvisitatie visitaties visitator visitatoren visitators visite visiteer visiteerde visiteerden visiteert visitekaartje visitekaartjes visiteren visiterend visiterende visites visiteur visiteurs visiteurtje visiteurtjes visiteuse visiteuses visiteusetje visiteusetjes 34 definities gevonden- visitatie — n. (Douane)onderzoek van vervoermiddelen en van vervoerde goederen. — n. (Religie) bezoek van de bisschop aan een parochie kerkvisitatie. — n. (Religie) bezoek van Maria bij Elizabeth, Maria-Visitatie (31…
- visitaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord visitatie.
- visitator — n. (Beroep) iemand die een (kerk)visitatie uitvoert.
- visitatoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord visitator.
- visitators — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord visitator.
- visite — n. (Formeel) bezoek (van personen bij elkaar in het bijzonder… — n. De personen die op bezoek zijn.
- visiteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van visiteren. — w. Gebiedende wijs van visiteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van visiteren.
- visiteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van visiteren.
- visiteerden — w. Meervoud verleden tijd van visiteren.
- visiteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van visiteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van visiteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van visiteren.
- visitekaartje — n. (Oorspronkelijk) een kaartje met de naam van de bezoeker dat… — n. Een naamkaartje in het algemeen. — n. Een eerste indruk die men heeft van een organisatie.
- visitekaartjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord visitekaartje.
- visiteren — w. Ter plaatse of aan den lijve onderzoeken op smokkelwaar b.v. fouilleren. — w. Onderzoeken op deugdelijkheid.
- visiterend — w. Onvoltooid deelwoord van visiteren.
- visiterende — w. Verbogen vorm van visiterend, het onvoltooid deelwoord van visiteren.
- visites — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord visite.
- visiteur — n. (Beroep) iemand die visiteert (b.v. een beambte aan de grenzen).
- visiteurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord visiteur.
- visiteurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord visiteur.
- visiteurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord visiteur.
- visiteuse — n. (Beroep) vrouwelijke vorm van visiteur.
- visiteuses — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord visiteuse.
- visiteusetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord visiteuse.
- visiteusetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord visiteuse.
Zie deze lijst voor:
|