Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 25 woorden beginnend met VLOEKvloek —— vloekt —— vloeken vloeker vloekje vloekte —— vloekend vloekers vloekjes vloekten vloek␣uit —— vloekende vloekt␣uit —— vloeken␣uit vloek␣stijf vloekte␣uit —— vloekhouten vloekhoutje vloekten␣uit vloekt␣stijf —— vloeken␣stijf vloekhoutjes vloekte␣stijf vloekwaardig —— vloekten␣stijf 41 definities gevonden- vloek — n. Bewust uitgesproken wens om iemand kwaad of leed aan te doen. — n. Godslasterende uiting als iemand schrikt, zich bezeert of heel ontevreden is. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vloeken.
- vloekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vloeken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vloeken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vloeken.
- vloeken — w. Uitroepen van vloekwoorden, beledigende taal gebruiken. — w. Niet bij elkaar passen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vloek.
- vloeker — n. Iemand die veel krachttermen gebruikt.
- vloekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vloek.
- vloekte — w. Enkelvoud verleden tijd van vloeken.
- vloekend — w. Onvoltooid deelwoord van vloeken. — bijv. Bezig zijnd met het gebruiken van scheldwoorden. — bijv. Van twee kleuren dat ze niet bij elkaar passen.
- vloekers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vloeker.
- vloekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vloek.
- vloekten — w. Meervoud verleden tijd van vloeken.
- vloek␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvloeken. — w. Gebiedende wijs van uitvloeken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvloeken.
- vloekende — w. Verbogen vorm van vloekend, het onvoltooid deelwoord van vloeken.
- vloekt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvloeken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvloeken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvloeken.
- vloeken␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitvloeken.
- vloek␣stijf — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stijfvloeken. — w. Gebiedende wijs van stijfvloeken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stijfvloeken.
- vloekte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitvloeken.
- vloekhouten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vloekhout.
- vloekhoutje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vloekhout.
- vloekten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitvloeken.
- vloekt␣stijf — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stijfvloeken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stijfvloeken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stijfvloeken.
- vloeken␣stijf — w. Meervoud tegenwoordige tijd van stijfvloeken.
- vloekhoutjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vloekhout.
- vloekte␣stijf — w. Enkelvoud verleden tijd van stijfvloeken.
- vloekwaardig — bijv. Waard om over te vloeken of te vervloeken.
- vloekten␣stijf — w. Meervoud verleden tijd van stijfvloeken.
|