|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 14
Er zijn 22 woorden beginnend met VERRIJverrij verrijd verrijden verrijdend verrijdende verrijdt verrijk verrijken verrijkend verrijkende verrijking verrijkingen verrijkt verrijkte verrijkten verrijs verrijst verrijzen verrijzend verrijzende verrijzenis verrijzenissen 37 definities gevonden- verrij — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijden. — w. Gebiedende wijs van verrijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijden.
- verrijd — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijden. — w. Gebiedende wijs van verrijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijden.
- verrijden — w. Overgankelijk door rijden verplaatsen.
- verrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van verrijden.
- verrijdende — w. Verbogen vorm van verrijdend, het onvoltooid deelwoord van verrijden.
- verrijdt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verrijden.
- verrijk — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijken. — w. Gebiedende wijs van verrijken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijken.
- verrijken — w. Overgankelijk rijker maken. — w. Wederkerend zich ~ vaak op oneigenlijke of verwerpelijke wijze…
- verrijkend — w. Onvoltooid deelwoord van verrijken.
- verrijkende — w. Verbogen vorm van verrijkend, het onvoltooid deelwoord van verrijken.
- verrijking — n. Het rijker worden (in materiële of immateriële zin).
- verrijkingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord verrijking.
- verrijkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verrijken.
- verrijkte — w. Enkelvoud verleden tijd van verrijken.
- verrijkten — w. Meervoud verleden tijd van verrijken.
- verrijs — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijzen. — w. Gebiedende wijs van verrijzen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijzen.
- verrijst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijzen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrijzen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verrijzen.
- verrijzen — w. Ergatief zich verheffen, van de grond komen.
- verrijzend — w. Onvoltooid deelwoord van verrijzen.
- verrijzende — w. Verbogen vorm van verrijzend, het onvoltooid deelwoord van verrijzen.
- verrijzenis — n. (Religie) uit de dood opstaan.
- verrijzenissen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord verrijzenis.
| |