|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12
Er zijn 23 woorden beginnend met VERRUIverruig verruigde verruigden verruigen verruigend verruigende verruigt verruil verruilde verruilden verruilen verruilend verruilende verruilt verruim verruimde verruimden verruimen verruimend verruimende verruiming verruimingen verruimt 36 definities gevonden- verruig — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruigen. — w. Gebiedende wijs van verruigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruigen.
- verruigde — w. Enkelvoud verleden tijd van verruigen.
- verruigden — w. Meervoud verleden tijd van verruigen.
- verruigen — w. Ergatief sterker begroeid raken met snelgroeiende twee- en…
- verruigend — w. Onvoltooid deelwoord van verruigen.
- verruigende — w. Verbogen vorm van verruigend, het onvoltooid deelwoord van verruigen.
- verruigt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verruigen.
- verruil — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruilen. — w. Gebiedende wijs van verruilen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruilen.
- verruilde — w. Enkelvoud verleden tijd van verruilen.
- verruilden — w. Meervoud verleden tijd van verruilen.
- verruilen — w. Iets inwisselen tegen iets wat geschikter is.
- verruilend — w. Onvoltooid deelwoord van verruilen.
- verruilende — w. Verbogen vorm van verruilend, het onvoltooid deelwoord van verruilen.
- verruilt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verruilen.
- verruim — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruimen. — w. Gebiedende wijs van verruimen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruimen.
- verruimde — w. Enkelvoud verleden tijd van verruimen.
- verruimden — w. Meervoud verleden tijd van verruimen.
- verruimen — w. Overgankelijk ruimer maken. — w. Wederkerend zich ~ ruimer worden.
- verruimend — w. Onvoltooid deelwoord van verruimen.
- verruimende — w. Verbogen vorm van verruimend, het onvoltooid deelwoord van verruimen.
- verruiming — n. Het verruimen.
- verruimingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord verruiming.
- verruimt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruimen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruimen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verruimen.
| |