|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden beginnend met VESTIGvestig vestigde vestigden vestigen vestigend vestigende vestiging vestigingen vestigingetje vestigingetjes vestigingsadres vestigingsadressen vestigingsklimaat vestigingsklimaten vestigingsmanager vestigingsmanagers vestigingsmanagertje vestigingsmanagertjes vestigingsplaats vestigingsplaatsen vestigingsterrein vestigingsterreinen vestiginkje vestiginkjes vestigt 32 definities gevonden- vestig — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vestigen. — w. Gebiedende wijs van vestigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vestigen.
- vestigde — w. Enkelvoud verleden tijd van vestigen.
- vestigden — w. Meervoud verleden tijd van vestigen.
- vestigen — w. Stichten, beginnen, oprichten. — w. Richten. — w. Wederkerend zich ~ (van personen): er gaan wonen.
- vestigend — w. Onvoltooid deelwoord van vestigen.
- vestigende — w. Verbogen vorm van vestigend, het onvoltooid deelwoord van vestigen.
- vestiging — n. Het zich vestigen. — n. Een locatie waar een organisatie vanuit werkt.
- vestigingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vestiging.
- vestigingetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vestiging.
- vestigingetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vestiging.
- vestigingsadres — n. (Wonen), (bedrijfskunde), (juridisch) gegevens over de locatie…
- vestigingsadressen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vestigingsadres.
- vestigingsklimaat — n. (Economie) het geheel aan factoren die bepaalt hoe aantrekkelijk…
- vestigingsklimaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vestigingsklimaat.
- vestigingsmanager — n. (Beroep) diegene die de leiding heeft over een filiaal van…
- vestigingsmanagers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vestigingsmanager.
- vestigingsmanagertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vestigingsmanager.
- vestigingsmanagertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vestigingsmanager.
- vestigingsplaats — n. Plaats, gemeente van vestiging (van een bedrijf).
- vestigingsplaatsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vestigingsplaats.
- vestigingsterrein — n. Gebied om huisvesting in te vinden.
- vestigingsterreinen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vestigingsterrein.
- vestiginkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vestiging.
- vestiginkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vestiging.
- vestigt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vestigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vestigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vestigen.
Zie deze lijst voor:
| |