|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 18 19
Er zijn 22 woorden beginnend met WEERSPweerspannig weerspannigheden weerspannigheid weerspiegel weerspiegelde weerspiegelden weerspiegelen weerspiegelend weerspiegelende weerspiegeling weerspiegelingen weerspiegelingetje weerspiegelingetjes weerspiegelt weerspraakt weersprak weerspraken weerspreek weerspreekt weerspreken weersprekend weersprekende 34 definities gevonden- weerspannig — bijv. Onwillig, recalcitrant, zich verzettend.
- weerspannigheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord weerspannigheid.
- weerspannigheid — n. Het zich verzetten, recalcitrant gedrag. — n. (Juridisch) strafbare handeling: elke aanval of elk verzet…
- weerspiegel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerspiegelen. — w. Gebiedende wijs van weerspiegelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerspiegelen.
- weerspiegelde — w. Enkelvoud verleden tijd van weerspiegelen.
- weerspiegelden — w. Meervoud verleden tijd van weerspiegelen.
- weerspiegelen — w. Overgankelijk als beeld terugkaatsen. — w. Overgankelijk overdrachtelijk: een evenbeeld zijn van iets.
- weerspiegelend — w. Onvoltooid deelwoord van weerspiegelen.
- weerspiegelende — w. Verbogen vorm van weerspiegelend, het onvoltooid deelwoord van weerspiegelen.
- weerspiegeling — n. De weerkaatsing van licht aan een spiegelend oppervlak. — n. (Figuurlijk) iets dat voor iets anders model staat.
- weerspiegelingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord weerspiegeling.
- weerspiegelingetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord weerspiegeling.
- weerspiegelingetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord weerspiegeling.
- weerspiegelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerspiegelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerspiegelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van weerspiegelen.
- weerspraakt — w. Gij-vorm verleden tijd van weerspreken.
- weersprak — w. Enkelvoud verleden tijd van weerspreken.
- weerspraken — w. Meervoud verleden tijd van weerspreken.
- weerspreek — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerspreken. — w. Gebiedende wijs van weerspreken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerspreken.
- weerspreekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerspreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerspreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van weerspreken.
- weerspreken — w. Tegenspreken (indien het om een persoon gaat). — w. In tegenspraak zijn met, onverenigbaar zijn met (abstract begrip).
- weersprekend — w. Onvoltooid deelwoord van weerspreken.
- weersprekende — w. Verbogen vorm van weersprekend, het onvoltooid deelwoord van weerspreken.
| |