|
Lijst met woorden van 6 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Er zijn 16 woorden van zes letters beginnend met ZAKzak␣aan zakeef zakjes zakkam zakken zakker zakkig zakmes zakpat zaksel zakt␣af zakten zakt␣in zakt␣op zak␣uit zak␣weg 31 definities gevonden- zak␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzakken. — w. Gebiedende wijs van aanzakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzakken.
- zakeef — n. (Jiddisch-Hebreeuws) iets wat overeind staat (alleen in onderstaande…
- zakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zak.
- zakkam — n. Een klein formaat haarkam dat men gemakkelijk op zak kan hebben.
- zakken — w. Ergatief naar beneden gaan. — w. Ergatief niet slagen voor een examen. — w. In elkaar zakken: dood, zwaargewond of door een flauwte op de grond vallen.
- zakker — n. Iets dat of iemand die zakt.
- zakkig — bijv. (Pejoratief) zich sullig, zonder pit gedragend. — bijv. Aan een zak herinnerend.
- zakmes — n. Een klein invouwbaar mes, vaak met extra gereedschappen.
- zakpat — n. (Kleding) klepje om een zak af te sluiten.
- zaksel — n. Datgene wat bezinkt uit een staande suspensie.
- zakt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzakken.
- zakten — w. Meervoud verleden tijd van zakken.
- zakt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inzakken.
- zakt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opzakken.
- zak␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzakken. — w. Gebiedende wijs van uitzakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzakken.
- zak␣weg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegzakken. — w. Gebiedende wijs van wegzakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegzakken.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 3 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 1 woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |