|
Lijst met woorden van 6 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van zes letters beginnend met ZIEzie␣aan ziedde zieden zieken ziekte zielen zielig zie␣mis zien␣af ziende ziener zien␣in zien␣na zien␣om zien␣op zieren ziet␣af ziet␣in ziet␣na zie␣toe ziet␣om ziet␣op zie␣uit 46 definities gevonden- zie␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzien. — w. Gebiedende wijs van aanzien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzien.
- ziedde — w. Enkelvoud verleden tijd van zieden.
- zieden — w. Overgankelijk droogkoken, [grondstoffen] zuiveren of raffineren… — w. Overgankelijk [een chemische verbinding] bereiden door de grondstoffen… — w. Ergatief koken, zo heet zijn dat het kookpunt bereikt wordt.
- zieken — w. Vervelend bezig zijn; proberen zaken te verstoren en te verprutsen;… — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zieke.
- ziekte — n. (Medisch) een gezondheidsprobleem. — w. Enkelvoud verleden tijd van zieken.
- zielen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ziel.
- zielig — bijv. Medelijden opwekkend.
- zie␣mis — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van miszien. — w. Gebiedende wijs van miszien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van miszien.
- zien␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afzien.
- ziende — n. Iemand die ziet of kan zien. — w. Verbogen vorm van ziend, het onvoltooid deelwoord van zien.
- ziener — n. Iemand die visioenen heeft, iemand die zegt in de toekomst te kunnen kijken.
- zien␣in — w. Meervoud tegenwoordige tijd van inzien.
- zien␣na — w. Meervoud tegenwoordige tijd van nazien.
- zien␣om — w. Meervoud tegenwoordige tijd van omzien.
- zien␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opzien.
- zieren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zier.
- ziet␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzien.
- ziet␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inzien.
- ziet␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nazien.
- zie␣toe — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezien. — w. Gebiedende wijs van toezien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezien.
- ziet␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omzien.
- ziet␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opzien.
- zie␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzien. — w. Gebiedende wijs van uitzien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzien.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 8 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 7 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: 4 woorden
- Duits WikiWoordenboek: 33 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |