Lijst met woorden van 7 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 19 20
Er zijn 21 woorden van zeven letters beginnend met ZEGzegde␣af zegde␣na zegde␣om zegde␣op zegekar zegelde zegelen zegende zegenen zegen␣in zegetje zeggend zeggers zegging zeg␣maar zegslui zegsman zegster zegt␣aan zegt␣toe zeg␣voor 29 definities gevonden- zegde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afzeggen.
- zegde␣na — w. Enkelvoud verleden tijd van nazeggen.
- zegde␣om — w. Enkelvoud verleden tijd van omzeggen.
- zegde␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opzeggen.
- zegekar — n. Een wagen waarop in triomf de overwinnaar reed.
- zegelde — w. Enkelvoud verleden tijd van zegelen.
- zegelen — w. Overgankelijk van een zegel of stempel voorzien.
- zegende — w. Enkelvoud verleden tijd van zegenen.
- zegenen — w. Overgankelijk de zegen geven; goedkeuring geven.
- zegen␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzegenen. — w. Gebiedende wijs van inzegenen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzegenen.
- zegetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zege.
- zeggend — w. Onvoltooid deelwoord van zeggen.
- zeggers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zegger.
- zegging — n. Het zeggen.
- zeg␣maar — bijw. Met andere woorden, zogezegd (vaak als stopwoord gebruikt).
- zegslui — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zegsman.
- zegsman — n. (Beroep) persoon die in naam van een organisatie of een persoon…
- zegster — n. Een vrouwlijke zegger.
- zegt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanzeggen.
- zegt␣toe — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezeggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezeggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van toezeggen.
- zeg␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen. — w. Gebiedende wijs van voorzeggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 1 woord
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: 1 woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: 1 woord
|