|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 25 woorden beginnend met ZUIPzuip —— zuipt —— zuip␣af zuipen zuiper zuip␣op —— zuipend zuipers zuiplap zuipt␣af zuipt␣op —— zuipen␣af zuipende zuipen␣op —— zuipfeest zuiplapje —— zuiplapjes zuiplappen zuippartij zuipschuit —— zuipfeesten zuipfeestje —— zuipfeestjes zuippartijen zuipschuiten 39 definities gevonden- zuip — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuipen. — w. Gebiedende wijs van zuipen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuipen.
- zuipt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuipen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuipen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zuipen.
- zuip␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuipen. — w. Gebiedende wijs van afzuipen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuipen.
- zuipen — w. Zwaar of gulzig drinken. — w. In sterke mate olie of benzine verbruiken.
- zuiper — n. (Informeel) iemand die te veel alcohol drinkt.
- zuip␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzuipen. — w. Gebiedende wijs van opzuipen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzuipen.
- zuipend — w. Onvoltooid deelwoord van zuipen.
- zuipers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zuiper.
- zuiplap — n. (Pejoratief) iemand die voortdurend dronken is.
- zuipt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuipen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuipen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzuipen.
- zuipt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzuipen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzuipen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opzuipen.
- zuipen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afzuipen.
- zuipende — w. Verbogen vorm van zuipend, het onvoltooid deelwoord van zuipen.
- zuipen␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opzuipen.
- zuipfeest — n. Een feest waarbij veel alcohol drinken de hoofdactiviteit is.
- zuiplapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zuiplap.
- zuiplapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zuiplap.
- zuiplappen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zuiplap.
- zuippartij — n. (Informeel) gelegenheid waarbij veel sterkedrank gebruikt wordt. — n. Brasserij, drinkgelag, zwelgerij, zwelgpartij, bacchanaal.
- zuipschuit — n. (Informeel) iemand die te vaak te veel alcohol gebruikt.
- zuipfeesten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zuipfeest.
- zuipfeestje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zuipfeest.
- zuipfeestjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zuipfeest.
- zuippartijen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zuippartij.
- zuipschuiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zuipschuit.
| |