Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 10 12 13
Er zijn 14 woorden beginnend met ZUIGTzuigt zuigt␣aan zuigtablet zuigtabletje zuigtabletjes zuigtabletten zuigt␣af zuigt␣in zuigt␣leeg zuigt␣op zuigt␣uit zuigt␣vast zuigt␣vol zuigt␣weg 34 definities gevonden- zuigt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zuigen.
- zuigt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanzuigen.
- zuigtablet — n. Een tablet dat door middel van langzaam zuigen in de mond kan…
- zuigtabletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zuigtablet.
- zuigtabletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zuigtablet.
- zuigtabletten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zuigtablet.
- zuigt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzuigen.
- zuigt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inzuigen.
- zuigt␣leeg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van leegzuigen.
- zuigt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opzuigen.
- zuigt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzuigen.
- zuigt␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastzuigen.
- zuigt␣vol — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van volzuigen.
- zuigt␣weg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegzuigen.
|