Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11
Er zijn 18 woorden beginnend met ZWEERzweer zweer␣af zweerde zweerde␣af zweerden zweerden␣af zweerden␣uit zweerde␣uit zweer␣in zweer␣samen zweert zweert␣af zweert␣in zweertje zweertjes zweert␣samen zweert␣uit zweer␣uit 38 definities gevonden- zweer — n. (Medisch) ontstoken plek, infectie. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zweren. — w. Gebiedende wijs van zweren.
- zweer␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzweren. — w. Gebiedende wijs van afzweren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzweren.
- zweerde — w. Enkelvoud verleden tijd van zweren.
- zweerde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afzweren.
- zweerden — w. Meervoud verleden tijd van zweren.
- zweerden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afzweren.
- zweerden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitzweren.
- zweerde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzweren.
- zweer␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzweren. — w. Gebiedende wijs van inzweren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzweren.
- zweer␣samen — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenzweren. — w. Gebiedende wijs van samenzweren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenzweren.
- zweert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zweren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zweren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zweren.
- zweert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzweren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzweren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzweren.
- zweert␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzweren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzweren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inzweren.
- zweertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zweer.
- zweertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zweer.
- zweert␣samen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenzweren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenzweren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van samenzweren.
- zweert␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzweren.
- zweer␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweren. — w. Gebiedende wijs van uitzweren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweren.
|