Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden beginnend met

Snelle modus

Klik om de zevende letter te kiezen

Klik om de zesde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat791011121314151617


Er zijn 25 woorden beginnend met ZITTIN

zitting  ——  zittingenzittinkje  ——  zittinkjes  ——  zittingsdagzittingzaal  ——  zittingsdatazittingsduurzittingsjaarzittingszaalzittingzalen  ——  zittingsdagenzittingsdatumzittingsjarenzittingszalen  ——  zittingsdatumszittingzaaltje  ——  zittingsperiodezittingstermijnzittingszaaltjezittingzaaltjes  ——  zittingsperiodenzittingsperiodeszittingszaaltjes  ——  zittingstermijnen

31 definities gevonden

  • zitting — n. Het gevoerde deel van een stoel waarop men zit. — n. De tijd dat een raad of ander lichaam werkzaam bijeen is. — n. ~ nemen in ergens toe toetreden.
  • zittingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zitting.
  • zittinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zitting.
  • zittinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zitting.
  • zittingsdag — n. Dag dat een rechtbank een bepaalde zaak behandelt.
  • zittingzaal — n. Rechtszaal.
  • zittingsdata — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zittingsdatum.
  • zittingsduur — n. De tijd dat iets of iemand een bepaalde functie vervult.
  • zittingsjaar — n. Jaar dat iemand deel uitmaakt van een college of raad. — n. Jaar dat een college of raad bij elkaar komt.
  • zittingszaal — n. Ruimte waarin een rechtszitting wordt gehouden. — n. Zaal waar een raad, college of parlement vergadert.
  • zittingzalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zittingzaal.
  • zittingsdagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zittingsdag.
  • zittingsdatum — n. De datum waarop een rechtbank een zaak behandelt.
  • zittingsjaren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zittingsjaar.
  • zittingszalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zittingszaal.
  • zittingsdatums — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zittingsdatum.
  • zittingzaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zittingzaal.
  • zittingsperiode — n. Tijd dat iets of iemand een bepaalde functie vervult. — n. Tijd dat een vergadering, college of raad bij elkaar komt.
  • zittingstermijn — n. Tijd dat iets of iemand een bepaalde functie vervult. — n. Tijd dat een vergadering, college of raad bij elkaar komt.
  • zittingszaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zittingszaal.
  • zittingzaaltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zittingzaal.
  • zittingsperioden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zittingsperiode.
  • zittingsperiodes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zittingsperiode.
  • zittingszaaltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zittingszaal.
  • zittingstermijnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zittingstermijn.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven

Zie deze lijst voor:

  • Engels WikiWoordenboek: 3 woorden
  • Frans WikiWoordenboek: geen woord
  • Spaans WikiWoordenboek: geen woord
  • Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
  • Duits WikiWoordenboek: geen woord
  • Portugees WikiWoordenboek: geen woord


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.