Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 13 14
Er zijn 18 woorden beginnend met ZWEEPTzweept zweept␣aan zweept␣af zweepte zweepte␣aan zweepte␣af zweepten zweepten␣aan zweepten␣af zweepten␣op zweepte␣op zweeptol zweeptollen zweeptolletje zweeptolletjes zweept␣op zweeptouw zweeptouwen 26 definities gevonden- zweept — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zwepen.
- zweept␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanzwepen.
- zweept␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzwepen.
- zweepte — w. Enkelvoud verleden tijd van zwepen.
- zweepte␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanzwepen.
- zweepte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afzwepen.
- zweepten — w. Meervoud verleden tijd van zwepen.
- zweepten␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanzwepen.
- zweepten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afzwepen.
- zweepten␣op — w. Meervoud verleden tijd van opzwepen.
- zweepte␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opzwepen.
- zweeptol — n. (Spel) een tol, meest in de vorm van een paddestoel, die door…
- zweeptollen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zweeptol.
- zweeptolletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zweeptol.
- zweeptolletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zweeptol.
- zweept␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzwepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzwepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opzwepen.
- zweeptouw — n. Touwtje dat vast zit aan het einde van een zweep(snoer).
- zweeptouwen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zweeptouw.
|