Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de achtste letter te kiezen
Klik om de zevende letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 23 woorden beginnend met ZWENGELzwengel zwengel␣aan zwengelboor zwengelboortje zwengelboortjes zwengelboren zwengelde zwengelde␣aan zwengelden zwengelden␣aan zwengelen zwengelen␣aan zwengelend zwengelende zwengelpomp zwengelpompen zwengelpompje zwengelpompjes zwengels zwengelt zwengelt␣aan zwengeltje zwengeltjes 33 definities gevonden- zwengel — n. Arm van een hefboom die op en neer of in het rond wordt bewogen… — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwengelen. — w. Gebiedende wijs van zwengelen.
- zwengel␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwengelen. — w. Gebiedende wijs van aanzwengelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwengelen.
- zwengelboor — n. Handboor die men met de ene hand op zijn plaats houdt terwijl…
- zwengelboortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zwengelboor.
- zwengelboortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zwengelboor.
- zwengelboren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zwengelboor.
- zwengelde — w. Enkelvoud verleden tijd van zwengelen.
- zwengelde␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanzwengelen.
- zwengelden — w. Meervoud verleden tijd van zwengelen.
- zwengelden␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanzwengelen.
- zwengelen — w. (Laten) slingeren. — w. Aan een zwengel draaien. — w. (Verouderd) (techniek) braken van vlas, d.w.z. de aanhangende…
- zwengelen␣aan — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aanzwengelen.
- zwengelend — w. Onvoltooid deelwoord van zwengelen.
- zwengelende — w. Verbogen vorm van zwengelend, het onvoltooid deelwoord van zwengelen.
- zwengelpomp — n. Handpomp waarbij men de trekstang met behulp van een hefboom…
- zwengelpompen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zwengelpomp.
- zwengelpompje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zwengelpomp.
- zwengelpompjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zwengelpomp.
- zwengels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zwengel.
- zwengelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwengelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwengelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zwengelen.
- zwengelt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwengelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwengelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanzwengelen.
- zwengeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zwengel.
- zwengeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zwengel.
|