Lijst met woorden van 7 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 15 woorden van zeven letters eindigend met AAKTafhaakt afmaakt afraakt bewaakt gemaakt genaakt geraakt gewaakt inhaakt inmaakt namaakt opmaakt opraakt schaakt spraakt 33 definities gevonden- afhaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaken.
- afmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmaken.
- afraakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraken.
- bewaakt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bewaken.
- gemaakt — w. Vormt de voltooide tijden. — w. Vormt de lijdende vorm. — w. Attributief gebruikt.
- genaakt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van genaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van genaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van genaken.
- geraakt — bijv. In het gevoel van eigenwaarde getroffen. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geraken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geraken.
- gewaakt — w. Vormt de voltooide tijden.
- inhaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhaken.
- inmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inmaken.
- namaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van namaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van namaken.
- opmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmaken.
- opraakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opraken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opraken.
- schaakt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schaken.
- spraakt — w. Gij-vorm verleden tijd van spreken.
|