Lijst met woorden van 8 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 20 woorden van acht letters eindigend met AAKTaanhaakt aanmaakt aanraakt afkraakt afstaakt bijmaakt gewraakt loshaakt losmaakt losraakt meemaakt mismaakt natmaakt ontwaakt uitmaakt vermaakt verzaakt volmaakt wegmaakt wegraakt 42 definities gevonden- aanhaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhaken.
- aanmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmaken.
- aanraakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanraken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanraken.
- afkraakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkraken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkraken.
- afstaakt — w. (In een bijzin) gij-vorm verleden tijd van afsteken.
- bijmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijmaken.
- gewraakt — bijv. Niet goedvinden. — bijv. (Juridisch) vervangen vanwege vooringenomenheid.
- loshaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loshaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loshaken.
- losmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losmaken.
- losraakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losraken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losraken.
- meemaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meemaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meemaken.
- mismaakt — bijv. (Medisch) van een persoon dat hij of zij vanaf de geboorte…
- natmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natmaken.
- ontwaakt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontwaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontwaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontwaken.
- uitmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken.
- vermaakt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vermaken.
- verzaakt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzaken.
- volmaakt — bijw. Zonder enig gebrek. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volmaken.
- wegmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegmaken.
- wegraakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegraken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegraken.
|