Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 13 14 15
Er zijn 19 woorden eindigend met AATSTafkaatst allerlaatst bijplaatst een-na-laatst geplaatst hogergeplaatst hooggeplaatst hoogstgeplaatst kaatst laatst misplaatst overplaatst plaatst rolschaatst schaatst terugkaatst verplaatst voorlaatst weerkaatst 38 definities gevonden- afkaatst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkaatsen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkaatsen.
- allerlaatst — bijv. Later dan al het andere (alle anderen).
- bijplaatst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijplaatsen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijplaatsen.
- een-na-laatst — bijv. Nog één te gaan. — bijv. Alleen de laatste achter zich latend.
- geplaatst — bijv. Waarvoor een geschikte plek is gevonden. — bijv. Wat in een omgeving passend is. — bijv. (Sport) een gunstige positie in een wedstrijdschema bezettend…
- hogergeplaatst — bijv. Een hogere plaats in een rangorde innemend.
- hooggeplaatst — bijv. (Sociologie) een hoge rang op de sociale ladder innemend.
- hoogstgeplaatst — bijv. De hoogste plaats in een rangorde innemend.
- kaatst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaatsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaatsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kaatsen.
- laatst — bijw. Onlangs, kort geleden.
- misplaatst — bijv. Niet passend, niet zoals het hoort.
- overplaatst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overplaatsen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overplaatsen.
- plaatst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van plaatsen.
- rolschaatst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rolschaatsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rolschaatsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van rolschaatsen.
- schaatst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaatsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaatsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schaatsen.
- terugkaatst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkaatsen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkaatsen.
- verplaatst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verplaatsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verplaatsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verplaatsen.
- voorlaatst — bijv. Niet de laatste maar één daarvoor.
- weerkaatst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerkaatsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerkaatsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van weerkaatsen.
|