Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8
Er zijn 13 woorden eindigend met AKAANbak␣aan kak␣aan pakaan pak␣aan tak␣aan zak␣aan —— brak␣aan haak␣aan maak␣aan plak␣aan raak␣aan stak␣aan —— sprak␣aan 32 definities gevonden- bak␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbakken. — w. Gebiedende wijs van aanbakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbakken.
- kak␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankakken. — w. Gebiedende wijs van aankakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankakken.
- pakaan — n. Iets wat je kan vastgrijpen, handgreep, leuning. — n. Iemand die meteen goed aan het werk gaat.
- pak␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpakken. — w. Gebiedende wijs van aanpakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpakken.
- tak␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantakken. — w. Gebiedende wijs van aantakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantakken.
- zak␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzakken. — w. Gebiedende wijs van aanzakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzakken.
- brak␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanbreken.
- haak␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhaken. — w. Gebiedende wijs van aanhaken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhaken.
- maak␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmaken. — w. Gebiedende wijs van aanmaken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmaken.
- plak␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplakken. — w. Gebiedende wijs van aanplakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplakken.
- raak␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanraken. — w. Gebiedende wijs van aanraken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanraken.
- stak␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aansteken.
- sprak␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanspreken.
|