Lijst met woorden eindigend met

  Snelle modus

Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen

Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  6  7  8  9  10  11  12  14

Er zijn 23 woorden eindigend met AKELT

kakelt  makelt  rakelt  takelt  ——  orakelt  stakelt  ——  aftakelt  oprakelt  optakelt  schakelt  ——  aantakelt  onttakelt  toetakelt  ——  afschakelt  inschakelt  omschakelt  ——  aanschakelt  tabernakelt  uitschakelt  ——  doorschakelt  overschakelt  ——  aaneenschakelt  gelijkschakelt

55 definities gevonden

• kakelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kakelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kakelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kakelen.
• makelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van makelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van makelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van makelen.
• rakelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rakelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rakelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van rakelen.
• takelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van takelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van takelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van takelen.
• orakelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van orakelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van orakelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van orakelen.
• stakelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stakelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stakelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stakelen.
• aftakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftakelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftakelen.
• oprakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprakelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprakelen.
• optakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optakelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optakelen.
• schakelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schakelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schakelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schakelen.
• aantakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantakelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantakelen.
• onttakelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onttakelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onttakelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van onttakelen.
• toetakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toetakelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toetakelen.
• afschakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschakelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschakelen.
• inschakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschakelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschakelen.
• omschakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omschakelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omschakelen.
• aanschakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschakelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschakelen.
• tabernakelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tabernakelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tabernakelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tabernakelen.
• uitschakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschakelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschakelen.
• doorschakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorschakelen.
• overschakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschakelen.
• aaneenschakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
• gelijkschakelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: geen woord
• Frans WikiWoordenboek: geen woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: 33 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.