|
Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zevende tot laatste letter te kiezen
Klik om de zevende tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 12 14
Er zijn 21 woorden eindigend met BBERENaflebberen bedibberen bibberen blubberen dabberen dibberen dobberen gibberen glibberen lebberen liefhebberen lobberen lubberen rubberen sabberen schuimrubberen slabberen slibberen slobberen zabberen zwabberen 29 definities gevonden- aflebberen — w. Afzoenen of aflikken.
- bedibberen — w. (Jiddisch-Hebreeuws) spreken.
- bibberen — w. Inergatief hevig trillen van kou of angst.
- blubberen — w. Onhandig bezig zijn.
- dabberen — w. Inergatief wroetende of stampende beweging maken op een onvaste bodem. — w. Inergatief (Jiddisch-Hebreeuws) praten, spreken, bidden.
- dibberen — w. (Jiddisch-Hebreeuws) spreken.
- dobberen — w. Inergatief stuurloos op de golven op en neer bewegen. — w. Ergatief stuurloos op de golven bewegend ergens geraken.
- gibberen — w. Giechelen, lol maken.
- glibberen — w. Ergatief met onvaste bewegingen in een bepaalde glijden, langs… — w. Inergatief zonder richting onvaste glijdende bewegingen maken.
- lebberen — w. (Drinken) onovergankelijk (min of meer hoorbaar) met kleine teugjes drinken.
- liefhebberen — w. Iets doen of beoefenen als hobby.
- lobberen — w. Inergatief (verouderd) in het water waden, spartelen, spatten. — w. Inergatief te ruim zijn, flodderen. — w. Ergatief stuiterend zich voortbewegen.
- lubberen — w. Onovergankelijk te ruim zitten.
- rubberen — bijv. Van rubber vervaardigd.
- sabberen — w. Knoeien of kliederen.
- schuimrubberen — bijv. Gemaakt van schuimrubber.
- slabberen — w. Snel, morsig en luidruchtig eten en drinken (zoals varkens doen).
- slibberen — w. Met een glijdende, slippende beweging vallen of dreigen te vallen. — w. Op moreel niveau wegglijden, of afglijden.
- slobberen — w. Onovergankelijk te ruim zitten, lubberen, flodderen. — w. Overgankelijk onfatsoenlijk, hoorbaar drinken, slurpen.
- zabberen — w. Knoeien of kliederen.
- zwabberen — w. Heen en weer bewegen, zwalken. — w. Overgankelijk het reinigen met een zwabber.
| |