Lijst met woorden eindigend met

  Snelle modus

Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen

Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  6  9  10  11  12  13  14

Er zijn 16 woorden eindigend met CHEEF

groeiden␣scheef  groeide␣scheef  groeien␣scheef  groei␣scheef  groeit␣scheef  scheef  slaan␣scheef  slaat␣scheef  sla␣scheef  sloegen␣scheef  sloeg␣scheef  wonen␣scheef  woonden␣scheef  woonde␣scheef  woon␣scheef  woont␣scheef

30 definities gevonden

• groeiden␣scheef — w. Meervoud verleden tijd van scheefgroeien.
• groeide␣scheef — w. Enkelvoud verleden tijd van scheefgroeien.
• groeien␣scheef — w. Meervoud tegenwoordige tijd van scheefgroeien.
• groei␣scheef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefgroeien. — w. Gebiedende wijs van scheefgroeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefgroeien.
• groeit␣scheef — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefgroeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefgroeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van scheefgroeien.
• scheef — bijv. Niet recht, niet onder een rechte hoek. — bijv. Verkeerd, onjuist. — n. (Vlas- en hennepbewerking) stukje houtpijp, houtachtig afvaldeeltje…
• slaan␣scheef — w. Meervoud tegenwoordige tijd van scheefslaan.
• slaat␣scheef — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefslaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefslaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van scheefslaan.
• sla␣scheef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefslaan. — w. Gebiedende wijs van scheefslaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefslaan.
• sloegen␣scheef — w. Meervoud verleden tijd van scheefslaan.
• sloeg␣scheef — w. Enkelvoud verleden tijd van scheefslaan.
• wonen␣scheef — w. Meervoud tegenwoordige tijd van scheefwonen.
• woonden␣scheef — w. Meervoud verleden tijd van scheefwonen.
• woonde␣scheef — w. Enkelvoud verleden tijd van scheefwonen.
• woon␣scheef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefwonen. — w. Gebiedende wijs van scheefwonen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefwonen.
• woont␣scheef — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefwonen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefwonen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van scheefwonen.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 1 woord
• Frans WikiWoordenboek: geen woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.