Lijst met woorden van 7 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9
Er zijn 16 woorden van zeven letters eindigend met DTAFbiedt␣af bindt␣af hardt␣af houdt␣af laadt␣af leidt␣af loodt␣af meldt␣af raadt␣af reedt␣af rijdt␣af rondt␣af weidt␣af wendt␣af windt␣af zendt␣af 48 definities gevonden- biedt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbieden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbieden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbieden.
- bindt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbinden.
- hardt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afharden.
- houdt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhouden.
- laadt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afladen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afladen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afladen.
- leidt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afleiden.
- loodt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afloden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afloden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afloden.
- meldt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmelden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmelden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afmelden.
- raadt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afraden.
- reedt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afreden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afreden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afreden.
- rijdt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afrijden.
- rondt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afronden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afronden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afronden.
- weidt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afweiden.
- wendt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwenden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwenden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afwenden.
- windt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afwinden.
- zendt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzenden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzenden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzenden.
|