Lijst met woorden van 9 letters eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 14 woorden van negen letters eindigend met DROOGdept␣droog gortdroog houd␣droog kurkdroog legt␣droog liep␣droog loop␣droog maak␣droog maal␣droog valt␣droog viel␣droog voordroog zwem␣droog zwom␣droog 30 definities gevonden- dept␣droog — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogdeppen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogdeppen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van droogdeppen.
- gortdroog — bijv. Bijzonder droog, zo droog als gort.
- houd␣droog — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooghouden. — w. Gebiedende wijs van drooghouden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooghouden.
- kurkdroog — bijv. Heel erg droog.
- legt␣droog — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogleggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogleggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van droogleggen.
- liep␣droog — w. Enkelvoud verleden tijd van drooglopen.
- loop␣droog — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooglopen. — w. Gebiedende wijs van drooglopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooglopen.
- maak␣droog — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogmaken. — w. Gebiedende wijs van droogmaken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogmaken.
- maal␣droog — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogmalen. — w. Gebiedende wijs van droogmalen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogmalen.
- valt␣droog — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogvallen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogvallen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van droogvallen.
- viel␣droog — w. Enkelvoud verleden tijd van droogvallen.
- voordroog — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voordrogen.
- zwem␣droog — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogzwemmen. — w. Gebiedende wijs van droogzwemmen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogzwemmen.
- zwom␣droog — w. Enkelvoud verleden tijd van droogzwemmen.
|