Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de achtste tot laatste letter te kiezen
Klik om de achtste tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 20 woorden eindigend met DRONKENdronken —— afdronken bedronken indronken opdronken —— meedronken uitdronken verdronken —— doordronken halfdronken heildronken leegdronken stomdronken theedronken —— brooddronken slaapdronken smoordronken —— koffiedronken —— zwijmeldronken —— koffiegedronken 25 definities gevonden- dronken — bijv. Onder invloed van te veel alcohol. — bijv. (Figuurlijk) tijdelijk niet goed bij zijn verstand zijnd. — w. Meervoud verleden tijd van drinken.
- afdronken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afdrinken.
- bedronken — w. Meervoud verleden tijd van zich bedrinken. — w. Voltooid deelwoord van bedrinken.
- indronken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van indrinken.
- opdronken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opdrinken.
- meedronken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van meedrinken.
- uitdronken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitdrinken.
- verdronken — w. Meervoud verleden tijd van verdrinken. — w. Voltooid deelwoord van verdrinken.
- doordronken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van doordrinken.
- halfdronken — bijv. Behoorlijk beneveld door de alcohol.
- heildronken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord heildronk.
- leegdronken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van leegdrinken.
- stomdronken — bijv. Heel erg dronken (zodanig dat je niet meer goed kunt praten).
- theedronken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van theedrinken.
- brooddronken — bijv. Dronken en baldadig van de overvloed.
- slaapdronken — bijv. Nog niet helemaal helder wakker.
- smoordronken — bijv. Heel erg dronken.
- koffiedronken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van koffiedrinken.
- zwijmeldronken — bijv. Zodanig dronken dat men het bewustzijn dreigt te verliezen.
- koffiegedronken — w. Vormt de voltooide tijden. — w. Vormt de onpersoonlijke lijdende vorm.
|