Lijst met woorden van 7 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vierde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vierde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 24 woorden van zeven letters eindigend met EMTafklemt afneemt afstemt afzeemt afzwemt balsemt beademt beklemt beneemt benoemt beroemt bestemt inademt inklemt inneemt instemt inzwemt omklemt ontremt opdoemt opneemt opnoemt striemt vessemt 59 definities gevonden- afklemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklemmen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklemmen.
- afneemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnemen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnemen.
- afstemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstemmen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstemmen.
- afzeemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzemen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzemen.
- afzwemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwemmen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwemmen.
- balsemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balsemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balsemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van balsemen.
- beademt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beademen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beademen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beademen.
- beklemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beklemmen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beklemmen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beklemmen.
- beneemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van benemen.
- benoemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benoemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benoemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van benoemen.
- beroemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beroemen.
- bestemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestemmen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestemmen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bestemmen.
- inademt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inademen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inademen.
- inklemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklemmen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklemmen.
- inneemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van innemen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van innemen.
- instemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instemmen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instemmen.
- inzwemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzwemmen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzwemmen.
- omklemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omklemmen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omklemmen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omklemmen.
- ontremt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontremmen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontremmen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontremmen.
- opdoemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdoemen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdoemen.
- opneemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opnemen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opnemen.
- opnoemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opnoemen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opnoemen.
- striemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van striemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van striemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van striemen.
- vessemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vessemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vessemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vessemen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 1 woord
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 4 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|