Lijst met woorden van 9 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 21 woorden van negen letters eindigend met EEKTaanbreekt aankweekt aanpreekt aansteekt afspreekt bespreekt bijsteekt doorweekt inspreekt losbreekt naspreekt ontbreekt ontsteekt toesteekt uitbreekt uitsteekt verbleekt verbreekt versteekt wegbreekt wegsteekt 49 definities gevonden- aanbreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbreken.
- aankweekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankweken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankweken.
- aanpreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpreken.
- aansteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansteken.
- afspreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspreken.
- bespreekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bespreken.
- bijsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijsteken.
- doorweekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorweken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorweken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorweken.
- inspreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inspreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inspreken.
- losbreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losbreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losbreken.
- naspreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naspreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naspreken.
- ontbreekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontbreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontbreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontbreken.
- ontsteekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontsteken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontsteken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontsteken.
- toesteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toesteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toesteken.
- uitbreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreken.
- uitsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsteken.
- verbleekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbleken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbleken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbleken.
- verbreekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbreken.
- versteekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versteken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versteken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van versteken.
- wegbreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegbreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegbreken.
- wegsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsteken.
|