Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8
Er zijn 18 woorden eindigend met ETAFbeet␣af bet␣af doet␣af eet␣af giet␣af liet␣af meet␣af plet␣af schiet␣af sleet␣af smeet␣af speet␣af stiet␣af tapet␣af vreet␣af weet␣af zet␣af ziet␣af 24 definities gevonden- beet␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afbijten.
- bet␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afbetten#gebiedende wijs van afbetten.
- doet␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdoen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdoen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdoen.
- eet␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afeten#gebiedende wijs van afeten.
- giet␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afgieten#gebiedende wijs van afgieten.
- liet␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van aflaten.
- meet␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afmeten#gebiedende wijs van afmeten.
- plet␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afpletten#gebiedende wijs van afpletten.
- schiet␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afschieten#gebiedende wijs van afschieten.
- sleet␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afslijten.
- smeet␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afsmijten.
- speet␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afspeten#gebiedende wijs van afspeten.
- stiet␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afstoten.
- tapet␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftapen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftapen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aftapen.
- vreet␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afvreten#gebiedende wijs van afvreten.
- weet␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afweten#gebiedende wijs van afweten.
- zet␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afzetten#gebiedende wijs van afzetten.
- ziet␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzien.
|